Achtergronden Hollandse militairen en oorlogen in
de Franse tijd - 1792-1815.
We weten niet enorm veel over de militairen, in de
periode 1792-1815 waar de Franse revolutie en de periode waar Napoleon
een stempel op de geschiedenis heeft gedrukt in West- en Midden Europa.
Een gedeelte van dat wat we wel weten is soms niet juist of misleidend.
We kunnen ruw weg een viertal sub periodes
onderscheiden waar 'Nederlandse' militairen betrokken waren, tezamen met
de regio's waar zij actief waren in oorlogshandelingen in
Napoleontische oorlogen, dan wel aan de zijde van een van de dan
geldende coalities of aan Franse zijde.
Nederlandse militairen hadden soms een keuze, maar
soms niet, al dan niet vrijwillig, afhankelijk van hun rang, hun
ambities, de locatie waar zij zich op bepaalde momenten bevonden,
vervulden zij hun dienstplicht of deden dienst in de verschillende
eenheden, soms afwisselend aan verschillende zijden van de slagvelden.
Het kon dus voorkomen dat één persoon bijvoorbeeld eerst zijn trouw
zwoer aan de Bataafse Republiek, later aan het Koninkrijk Holland onder
Lodewijk Napoleon, dan weer het Franse Keizerrijk onder Napoleon zelf,
om vervolgens weer te eindigen als veteraan in dienst van het
Koninklijke Landmacht.
Militairen bleven vaak trouw aan hun regiment als
zij niet door hun meerderen verplicht werden overgeplaatst, of om privé
redenen zelf om overplaatsing vroegen.
Periode 1793-1795 Het Staatse leger -
Vlaanderen en Nederland
Het Staatse leger was een beroepsleger, de
Republiek der Zeven Verenigde Provinciën streden met Britse en
Oostenrijkse Spaanse en
Piëmont geallieerden (ook wel bekend als de
Eerste Coalitie) tegen de revolutionaire legers uit Frankrijk.
Dit Staatse leger van bestond voornamelijk uit huurlingen van allerlei
nationaliteiten.
Oorspronkelijk waren het overigens de Fransen die
de Oostenrijkers en Pruisen de oorlog hadden verklaard.
In 1793 konden zij nog redelijk het hoofd
bieden aan de Fransen echter nadat de Britten hun troepen uit Vlaanderen
terug riepen, werd na een significante nederlaag van een Staatse en
Oostenrijkse troepenmacht op onder andere 26 juni van 1794 verslagen bij Fleures
en in 1795 werd het oude regime in omver geworpen. De Oranjes
vluchtten, en de Bataafse Republiek werd uitgeroepen, eigenlijk was deze
republiek op allerwijze verbonden met Frankrijk.
De Tweede Coalitie (1798-1801) bestond uit Rusland,
Groot-Brittannië, Oostenrijk, het Ottomaanse Rijk, Portugal, Napels en
de Pauselijke Staten tegen Frankrijk had niet meer succes.
Napoleon Bonaparte controleerde de Franse staat
sinds 1796 en kon de invallen afslaan. Hij kon er echter niet in slagen
Groot-Brittannië binnen te vallen.
De
Vrede van Amiens (1802) resulteerde in vrede tussen Groot-Brittannië
en Frankrijk, en wordt gezien als doodsteek voor de Tweede Coalitie.
Periode 1799-1805 Het Bataafse leger -
Noord-Holland, Duitsland en Oostenrijk
Er werd alleen op basis vrijwilligheid gerekruteerd
onder soldaten en onderofficieren, het leger bestond in die rangen dan
ook voor meer dan de helft uit buitenlanders. Onder de officieren
was het percentage Nederlanders veel hoger. Uit onderzoek op
stamboeken van Bataafse regimenten is gebleken dat veel orangistische
officieren in dienst van hun regiment bleven, in ieder geval in de
lagere echelons. Vaak stonden deze militairen onder contract
voor bepaalde tijd.
De Tweede Coalitie (1798-1801) bestond uit Rusland,
Groot-Brittannië, Oostenrijk, het Ottomaanse Rijk, Portugal, Napels en
de Pauselijke Staten tegen Frankrijk had niet meer succes.
Napoleon Bonaparte controleerde de Franse staat
sinds 1796 en kon de invallen afslaan. Hij kon er echter niet in slagen
Groot-Brittannië binnen te vallen.
Van 1796 tot 1797 nam het overgrote deel van het Bataafse leger niet
deel aan de oorlogshandelingen.
De invasie van een Brits - Russisch leger op
Noord-Holland werden door het Frans / Bataafse leger in hun voordeel
beslist bij de slag bij Bergen op 19 september 1799.
Door overwinningen op de Oostenrijkers bij Marengo
(14 juni 1800) en Hohenlinden (3 december 1800) konden de Fransen de
oorlog beslissen.
De Vrede van Amiens (1802) resulteerde in vrede
tussen Groot-Brittannië en Frankrijk, en wordt gezien als doodsteek voor
de Tweede Coalitie.
Napoleon kwam via een staatsgreep in 1804 aan de
macht, en hij zou enorme goed georganiseerde legers op poten zetten
middels onder andere de invoering van de conscriptie, de expansiedrift van
Napoleon leidde tot de aanvang van nieuwe oorlogen op het Europese
continent in 1805, tussen de Fransen en voornamelijk de Oostenrijkers en
Russen
In de strijd tegen Oostenrijkse troepen die Beieren
(destijds bondgenoot van de Fransen) binnen gevallen waren ondersteunden
Bataafse soldaten (een divisie van 4000 man) een Frans leger van 200.000
man, die hun vijand bliksem snel omsingeld hadden waarbij de
Oostenrijkers capituleerden in Ulm op 20 oktober. Napoleon boekte
ruim een maand later op 2 december 1805 wederom een overwinning op zijn
tegenstanders bij
Austerlitz.
1806-1809 Het Hollandse leger - Duitsland,
Polen, Spanje en Zeeland
In 1806 versterkte Napoleon zijn greep op de
Bataafse Republiek en zette zijn broer Lodewijk Napoleon als Koning van
Holland op de troon. De Hollandse troepen namen nu vaker actief
deel aan daadwerkelijke oorlogshandelingen, en dit was indirect de
aanleiding om middels de invoering van de conscriptie de mogelijk te
scheppen om het leger aan te vullen. De verliezen van manschappen
op het slagveld, maar ook desertie en ziekten waren aanzienlijk.
Ook weeskinderen en krijgsgevangenen werden in dienst opgenomen, maar
nog altijd bestond het Hollandse leger voor ongeveer de helft uit
buitenlanders, de motivatie was niet goed te noemen. Lodewijk
Napoleon kreeg het nogal te verduren, en nam ook de verdediging op tegen
de furieuze bewoordingen van zijn machtige broer. Het
officierskorps was echter in betere staat dan het 'gemene volk' en wist
via goede organisatie, strakke discipline toch goed inzetbare soldaten
te vormen.
De Vierde Coalitie (1806-1807) bestond uit Pruisen,
Saksen en Rusland tegen Frankrijk.
In de oorlog die zou volgen tussen Frankrijk en
Pruisen (met hun Zweedse en Russische bondgenoten) werd in het najaar
van 1806 een Pruisisch leger in het hart van Pruisen in de slag bij
Jena
en de slag bij Auerstädt met gemak verslagen. Napoleon besloot op
te trekken naar Berlijn en Polen om de Russen aan te vallen. De
Hollandse bondgenoot trok op naar het noordelijke deel van Duitsland om
daar een positie in te nemen ter verdediging van het Franse operaties.
Naar nu bekend handelden de Hollandse legers onder moeilijke
omstandigheden maar bewezen Napoleon Bonaparte goede diensten en
volbrachten hun taak op goede wijze. Napoleon besliste deze strijd
bij Friedland op 14 juni 1807, en na de vrede die onder voorwaarden aan
Pruisen werd opgelegd en en overeenstemming met de Russen, bleven de
Hollandse legers in dit gebied.
Een Hollandse brigade nam ook deel aan de de als
'vuile' oorlog bekendstaande strijd tegen Spanje, waarbij de militairen
in een geweldspiraal van ongekende grote betrokken raakte.
De Vijfde Coalitie (1809) bestond uit het Verenigd
Koninkrijk en Oostenrijk tegen Frankrijk.
De Oostenrijkers en Fransen voerden opnieuw oorlog
in 1809, en in Duitsland brak opstand uit, waarbij een bestorming door
Hollanders van Stralsund de sympathisanten onder leiding van majoor
Schill succesvol werd uitgevoerd.
Een maand later kregen de Fransen wederom de
Oostenrijkers op de knieën via een ware massa slachting in de slag bij
Wagram (5-6 juli 1809) waarbij overigens geen Hollandse troepen
deelnamen.
De Britten namen op 13 augustus het nauwelijks
verdedigde Vlissingen in, maar de aangerukte Hollandse en Franse
versterkingen en de zogenaamde 'Zeeuwse koorts' (malaria) wisten de
Britten tot evacuatie te dwingen op 9 december, de Britten verloren zo'n
4000 man.
Periode 1812-1814 Het Frans leger -
Rusland, Duitsland en Frankrijk
De Zesde Coalitie (1812-1814) bestond uit het
Verenigd Koninkrijk, Rusland, Pruisen, Zweden, Oostenrijk en enkele
Duitse staatjes tegen Frankrijk en de Verenigde Staten.
In 1810 werd koning Lodewijk Napoleon van Holland
afgezet door zijn broer, Holland werd Frans grondgebied en daarmee werd
het Hollandse leger ook op papier nu Frans.
Ondanks de bepalingen van Napoleon met betrekking
tot de nationaliteiten verdeling binnen de 'nieuwe' regimenten bestonden
ook nu nog de troepen voor iets minder dan de helft uit buitenlanders
(de bepaling was niet meer dan 1/3).
De conscriptie uitgevoerd naar stringenter Frans
model vergrote echter het aantal Nederlanders in drie jaar tijd met zo'n
25.000 man. De totale bijdrage van zo'n 40.000 man over de periode
1811-1814), leverde een inzet van meer dan 25.000 man op in de Grande
Armée van Bonaparte in de strijd tegen Rusland die aanving in 1812.
De weinige Hollanders die van de meest rampzalige veldtochten van
Napoleon terugkeerden konden de doorstane ontberingen navertellen.
De enorme massa militairen (naar schatting zo'n
400.000 hoofdmacht en 200.000 ondersteuning) en de eerder succesvolle
methode van 'leven van het land' , de hardnekkige en effectieve
terug trekkende tactiek van de Russen tot zelfs voorbij Moskou, de
constante pogingen van Napoleon om de Russen in te sluiten, waren een
ultieme uitputtingsslag voor de troepen van Napoleon, die door de
inzettende winter tot een Apocalyps kwam in termen van verliezen voor
Napoleon.
Daar waar er hoop op overwinning was na de inname
van Moskou op 14 september 1812, was er in realiteit nog slechts zo'n
120.000 man over van de hoofdmacht, die uitgeput de jacht op de
Russen moesten opgeven. De terug trekkingstocht in de extreme
winterse omstandigheden waren de nekslag voor de ondervoedde en te
schaars geklede manschappen van Napoleon.
In de massale zogenaamde
Volkerenslag gevoerd bij Leipzig tussen 16 en 19 oktober 1813, maakte het bondgenootschap van
Pruisen, Rusland en later ook Oostenrijk en Zweden door hun overwinning,
een einde aan de macht van Napoleon Bonaparte.
De troepen van de Russisch-Oostenrijks-Zweedse
alliantie vielen in november 1813 Nederland binnen, waar inmiddels de
Orangisten al plannen hadden om de prins van Oranje als vorst van een
soeverein Koninkrijk op de troon te krijgen.
Periode 1813-1815 Koninklijke Landmacht -
Nederland en Vlaanderen
Na de oprichting van het nieuwe koninkrijk moest
een nieuw leger gevormd worden.
Pas na de abdicatie van Napoleon op 6 april 1814,
verlieten vele officieren pas de Franse dienst om vervolgens hun dienst
aan te bieden aan koning Willem I, zij waren vaak trouw aan hun regiment
en sommigen aan Napoleon zelf.
De koning bepaalde wel dat alleen officieren met de
Nederlandse nationaliteit konden toetreden tot het nieuwe leger, en had
na in eerste instantie de beslissing om de dienstplicht niet in te
voeren géén andere keus om een regeling voor landstorm in te stellen en
gebruik te maken van zogenaamde militie bataljons.
Wat (bijna) niemand verwachtte gebeurde, op 20
april 1815 net een jaar na zijn abdicatie had Napoleon Bonaparte opnieuw
de macht in handen in de zogenaamde periode van 'Honderd Dagen".
De Zevende Coalitie (1815) bestond uit het Verenigd
Koninkrijk, Pruisen, Zweden, Oostenrijk, Nederland en enkele kleine
Duitse staatjes tegen Frankrijk.
De Hollanders nu in een geallieerde troepenmacht
met Britse, Duitse en Britse bondgenoten betrokken stellingen in
Vlaanderen onder commando van Wellington en zij werden ondersteund door
een Pruisisch leger aangevoerd door maarschalk Blücher.
Uiteindelijk Napoleon definitief en voor de laatste
maal verslagen, nadat hij eerst nog de Pruisen op 16 juni 1815 versloeg,
konden deze zich evacueren en terugtrekken doordat Brits-Nederlandse
eenheden het kruispunt bij Quattre-Bras stand konden houden tegen Franse
aanvallen. Diezelfde Pruisische troepen konden Napoleon, in
heftige strijd verwikkeld met de eenheden van Wellington, in de flank
aanvallen. Op 18 Juni was de strijd beslist.
Voor enkele oudgedienden kwam na 23 jaar een eind
aan een periode met een ongekende hoeveelheid, slagen, oorlogen, en
machtswisselingen waarbij Nederlandse officieren zowel in Franse als
Nederlandse dienst gestreden hadden.
|